Jorn sprak dinsdag een leerling die vertelde dat ze nooit zin had in het schaakhuiswerk. Toen Jorn doorvroeg wat ze er zo vervelend aan vond bleek dat het vooral het woord ‘huiswerk’ was waardoor ze er tegenop zag. Begrijpelijk natuurlijk, huiswerk (voor school) is lang niet altijd leuk en als je er dan ook nog schaakhuiswerk bij krijgt, kun je er als een berg tegenop gaan zien. ‘Maar’, zei Jorn tegen deze leerling, ‘eigenlijk zijn het gewoon schaakpuzzels’. Zo had zij het nog niet eerder bekeken maar het idee dat ze deze week schaakpuzzels zou gaan oplossen maakte haar een stuk enthousiaster.
De stellingen in de werkboekjes van de Stappenmethode zitten vol leuke tactieken en valstrikken die je in je partijen kunt gebruiken. Door regelmatig deze schaakpuzzels op te lossen, ga je die tactieken sneller zien in je eigen partijen en leer je ook hoe je je kunt verdedigen als je tegenstander je probeert aan te vallen. Ooit heb je geleerd, of je leert het binnenkort, dat je met een loper op c4 en een dame op h5 herdersmat kunt geven op f7 (zelfs als de namen van deze velden je nog niets zeggen). Als je dat ‘patroon’ een paar keer hebt gezien kun je het steeds vaker toepassen en kun je je er ook steeds beter tegen verdedigen omdat je het gemakkelijker aan ziet komen. De werkboekjes van de Stappenmethode zitten vol met patronen die je een keer gezien moet hebben voordat je ze gaat herkennen in je partijen. Eén van de beste manieren om beter te worden met schaken, is het regelmatig oplossen van schaakopgaven. Vandaar dat de schaaktrainers ‘schaakhuiswerk’ opgeven dat aansluit bij de les die ze hebben gegeven. We snappen het als je niet altijd alles af krijgt maar als je elke week in ieder geval één pagina met opgaves probeert op te lossen, ga je al snel vooruit met schaken. En je zult zien dat het steeds leuker wordt.
Veel plezier weer met de ‘schaakpuzzels’!
Jeroen
Ps hoe wint wit in onderstaande stelling? Laat het me weten in de volgende les.
